Oorlogsgetuige
wies ulens
ze woonde in een brabants dorp samen met haar ouders en veel gasten. onderduikers en enkele joodse meisjes. in oktober 1944 werd er hard gevochten voor de bevrijding van nederland. alle inwoners moesten weg omdat het dorp midden in de vuurlinie lag. in een naburig gehucht stond het afweergeschut van de duitsers opgesteld op het erf van de keuterboerderij waar de familie was ondergebracht in een kippenhok. ze mochten niet naar buiten. om de tijd te doden gingen ze zingen. via een karretje wat op de zandweg reed en de blanke top der duinen naar stille nacht en vrede op aarde.
de volgende ochtend kwamen de jonge duitse soldaten die buiten de wacht moesten houden bedanken voor de mooie avond die ze hadden. net of ze bij moeder thuis waren.
of ze ooit bij moeder weer thuis zijn gekomen weten we niet. mijn moeder vertelde dat het jongens waren van een jaar of zeventien en gedwongen waren dit werk te doen.