Oorlogsgetuige
De heer Vos
‘Tijdens de oorlog heb ik een vreselijk haat naar Duitsers toe ontwikkeld…’
Mijn eerste herinneringen aan de oorlog zijn de enorme hoeveelheid vliegtuigen boven het dorp en hoe een Nederlandse Fokker G1 in een luchtgevecht werd neergeschoten. Ik was een 11-jarig jochie in Klaaswaal ten zuiden van Rotterdam en hoewel er al sinds 1939 dreiging heerste, hakte het beeld van een neerstortend vliegtuig er behoorlijk in. Een paar dagen later zagen we hoe Rotterdam in brand stond.
Tot 1941 merkten we weinig van de oorlog. We zagen hoe een Britse bommenwerper boven Rotterdam werd aangeschoten en een noodlanding maakte in de Hoeksche Waard. Een aantal landarbeiders zagen het vliegtuig staan en gaven de piloten bij wijze van grap burgerkleding. Dit pakte erg verkeerd uit. Vijf van hen, waaronder het neefje van mijn aangetrouwde tante, zijn geëxecuteerd door de Duitsers. Het proces voorafgaand aan de executie konden we volgen via radio Oranje. Mijn ouders waren altijd al anti-NSB geweest en hoe meer we hoorden, hoe meer de haat jegens de ‘Moffen’ groeide. We zagen hen als ongedierte dat uitgeroeid moest worden.
Lang konden we niet van de radio genieten. Alle radio’s moesten worden ingeleverd en dus ook de onze. Gelukkig deed mijn broer de HTS en had hij een kristal ontvanger gemaakt om toch Radio Oranje te kunnen luisteren. We luisterden naar de codes die gegeven werden, schreven deze op en leerden ze uit ons hoofd, zodat we wisten wat er bedoeld werd. Hierna verbrandden we de briefjes. Als er bijvoorbeeld gezegd werd ‘De melk kookt over’, dan betekende dat dat er een voedseldropping bij Rotterdam plaats zou vinden.
Gedurende de oorlog heb ik veel vliegtuigen over zien komen. Vanaf onze zolder kon ik de Dom van Dordrecht zien en met mijn zelfgemaakte gradenboog kon ik precies berekenen waar ze heen vlogen. Die zette ik dan langs de muur van het zolderraam zodat ik wist wat hun doel was. Zo heb ik in september 1944 een vloot vliegtuigen over zien vliegen richting Arnhem. Later bleek dat zij aan de basis stonden van ‘Operation Market Garden’ en onze uiteindelijke bevrijding inluidden.
Op 4 mei 1945 om 21.30 uur hoorden we op zolder via de kristalontvanger van mijn broer op de BBC radio dat Duitsland was gecapituleerd. “Die gesamte Deutsche Streitkräfte in den Niederlande, Nord-West Deutschland und Holland haben kapituliert.”. Ik denk dat ik één van de weinige mensen ben die kan zeggen dat hij dat heeft gehoord. Er waren tenslotte nog maar weinig radio’s en wie een radio had moet maar net op dat tijdstip hebben geluisterd. Daarnaast zijn velen helaas niet meer in leven.
Tijdens de oorlog heb ik een vreselijk haat naar Duitsers toe ontwikkeld. Door mijn anti-NSB opvoeding had ik natuurlijk al weinig sympathie voor hun denkbeelden, maar de executie van die vijf mannen en de Duitse propaganda hebben die haat aangewakkerd. Ik zal ook nooit vergeten hoe de Duitsers schreeuwden. Na de oorlog is die haat wel afgezwakt. Toen ik voor mijn werk eens op een Duits treinstation stond te wachten, begon een man tegen een vrouw te schreeuwen. Direct kwamen de associatie met de oorlogstijd naar boven en had ik dezelfde gevoelens als toen. Dat zal denk ik nooit helemaal verdwijnen.
Vliegtuigen zullen voor mij ook altijd de belichaming van de oorlog zijn. De vliegtuigen die overvlogen aan het begin van oorlog en honderden Lancasters die over de daken van de huizen scheerden voor een voedseldropping. Ik zie de boordschutters nog zwaaien vanuit hun koepel. En dan de piloten: jongens van amper 18 jaar oud waren captain van een Lancaster! Dat was voor mij het ideaal beeld. Als ik daaraan terugdenk, overheersen vreugde en bewondering nog steeds.
Jaap Vos, geboren in 1928