Oorlogsgetuige

Corrie bol – van loon

Leeftijd aan het begin van de oorlog: 6

Woonplaats: Zevenbergen, Nederland

Mijn oma Bol

Mijn oma was 6 jaar toen de oorlog uitbrak maar weet nog veel dingen van toen. Ze woonden toen al in Zevenbergen, Noord Brabant en hadden thuis een slagerij. Omdat het huis best ruim was waren er ook verschillende Duitse militairen ingekwartierd, zo was er een hele dikke die altijd chagrijnig was en veel dronk maar er was ook een jongen bij van 18 die moest gaan vechten voor zijn vaderland. Deze jongen had veel heimwee en moest af en toe huilen omdat hij graag terug wilde naar zijn moeder. Deze heimwee had hij ook toen hij bij de rest van mijn oma’s familie onder de kerstboom zat en er nog echte kaarsjes in brandden. Gedurende de jaren van de bezetting is er best veel gebeurd. Het huis van de ouders van mijn oma stond op een gegeven moment in de brand en alles raakte ze kwijt. Later is een oom van mijn oma vlees gaan ruilen voor ramen van kassen bij boeren om het huis weer bewoonbaar te maken. Het fosfor zat op de oude openingen waar vroeger de ramen zaten. Nadat het huis verbrand was hebben ze ook nog in een huis van een andere oom ingewoond met totaal 5 mensen maar daar moesten ze ook vertrekken omdat in de tuin achter het huis een bom lag die nog niet ontploft was. Toen was er alleen nog maar plek in de kelder van de Bartholomeus kerk waar in het stro de mensen lagen en daarnaast deed iedereen zijn of haar behoefte dus in deze kleine ruimte was het een ramp. De oom van mijn oma ging af en toe nog wel eens op pad om vlees van noodslachtingen te ruilen voor eten. Ook wist hij meel te halen uit de restanten van het oude huis wat werd aangemaakt met water om zodoende het broertje van mijn oma te eten te geven, hij was pas 7 maanden. Mijn oma weet ook nog dat de vliegtuigen op hun kant door de straten heen vlogen toen zij op weg waren naar de schuilkelder. Dit is mede een reden dat mijn oma nooit heeft durven vliegen wat aangeeft wat voor effect zulke traumatische ervaringen kunnen hebben op de rest van je leven Zo zie je maar dat er slechte dingen gebeurden tijdens deze hele oorlog maar dat er ook jonge soldaten werden verplicht te vechten voor hun land terwijl ze dat eigenlijk helemaal niet wilden. Het gezin van mijn oma overleefde de oorlog gelukkig maar hadden helemaal niets meer dan alleen de kleren die ze aan hadden. Van bijvoorbeeld filters van de suikerfabriek uit Zevenbergen, die uit elkaar werden getrokken, werden weer nieuwe truitjes gebreid die zo stijf waren als een plank. Van andere mensen kreeg je dan weer een broekje of een paar schoenen en zo werd er weer geprobeerd om alles weer op te bouwen. Vanwege het vak van slager en de noodslachtingen konden de vader van mijn oma en zijn broer, in een houten koelkast gevuld met ijsblokken van de brouwerij uit Zevenbergen, hun slagerswinkel weer opbouwen. Daarom mogen we blij zijn dat we nu in vrijheid leven en dat we het zo goed hebben. De reden dat ik dit verhaal heb geschreven is dat deze verhalen voor altijd vast moeten liggen en op een gegeven moment niet meer verteld kunnen worden door de mensen die deze verschrikkingen zelf hebben meegemaakt.

OPDAT WIJ NOOIT VERGETEN !!

(Deze uitspraak herdenken we elk jaar tijdens de Airbornetocht op de 1e zaterdag in September in Oosterbeek.)

Thijmen de Koeijer, 12 jaar.

Geplaatst door: Thijmen de koeijer