Oorlogsgetuige

De heer Boots

Leeftijd aan het begin van de oorlog: 100 jaar

Woonplaats: Rhenen

Ik was één van de vele bakkersknechten in Alkmaar. Ik had werk, maar wilde ik hogerop komen, dan was zelf een bakkerij kopen de enige optie. Het probleem was dat vrijwel alle bakkerijen aan een woonhuis vastzaten, die zelden los van elkaar verkocht werden. En van het loon van een bakkersknecht kon ik echt geen bakkerij én een woonhuis betalen. Tot ik op een gegeven moment in een vakblad een bakkerij in Rhenen te koop zag staan, waarvan het woonhuis verhuurd kon worden. Dus heb ik die bakkerij in 1938 voor fl. 2200,- of fl. 2300,- gekocht en ben ik met mijn vrouw uit Alkmaar vertrokken.

De zaken gingen goed, zeker toen de mobilisatie werd afgekondigd. Het rommelde al enige tijd in Duitsland, dus het Nederlandse leger werd in paraatheid gebracht. Ruim 10.000 soldaten streken neer in Rhenen. Dat was een enorme injectie voor de middenstand. Die jongens weigerden om ‘kuch’ te eten, maar wilden bolletjes en ander lekker brood. Sommigen aten zo goed dat ze uit hun uniform groeiden. Dan gingen ze naar de ‘rustkamer’, waar ze een nieuw uniform kregen. Die pasten ze dan voor mijn etalage. Twee maanden voor de mobilisatie hadden we bericht gekregen van de gemeente. Indien we geëvacueerd werden, mochten we maximaal 15 kilo aan bagage en eten en drinken voor een dag meenemen. In de Rijn, waar we aan woonden, lagen vijf schepen om ons weg te voeren, mocht Nederland in oorlog raken.

Op vrijdag 10 mei 1940 viel Duitsland ons land binnen en vanaf de volgende dag was de Grebbenberg bij Rhenen de frontlinie. De Hollanders deden er alles aan om de waterlinie in orde te kregen, maar de Duitsers vlogen er overheen en bezetten alles, waardoor er geen schip meer doorheen kwam. Wij waren inmiddels aan boord van één van de schepen onderweg naar Middelharnis. Omdat de Duitsers onder andere alle bruggen in handen hadden, zijn we daar nooit aangekomen. Ze wisten niet wat ze met ons aanmoesten. Alle dorpen zaten vol en omdat we maar voor één dag eten en drinken mee mochten nemen, kwam hier ook een schaarste aan. Onder de opvarenden waren niet alleen burgers, maar ook soldaten. De Duitsers wisten dit en begonnen vanuit de lucht de aanval. We zijn benedendeks gevlucht, maar toch waren er enkele gewonden.

In Lekkerkerk zijn we tenslotte aan land gegaan, hoewel alles al vol zat. We werden ondergebracht in noodopvanglocaties als scholen, kerken, en gymlokalen. Wij konden gelukkig met zes man bij een particulier terecht. Maar zes extra monden te voeden was te veel voor de beste man en hij kon het niet meer betalen. Hoewel we het liever niet deden omdat we niet zeker wisten wat hij ermee deed, hebben we hem ook wel geld gegeven. We zijn naar de burgemeester gegaan, die ons bonnen voor brood en dergelijk heeft gegeven.

Mijn ouders woonden nog in Oudorp, Alkmaar. Natuurlijk hadden zij het nieuws gevolgd, maar omdat we geen contact hadden, hadden ze geen idee hoe het ons verging. Dus heb ik bij een fietsenwinkel een tandem gehuurd en ben ik met mijn vrouw naar Alkmaar gefietst. Daar zijn we één dag gebleven waarna we weer terug zijn gefietst. Bij terugkomst in Lekkerkerk, bleek dat één van de boten enkele mensen terug had gebracht naar Rhenen. Dit waren de mensen wiens huizen gespaard zijn gebleven. Ik wilde ook graag terug, dus heb ik de burgemeester gevraagd wanneer de volgende boot vertrok. Omdat op de Grebbenberg bijzonder zwaar is gevochten, lag een groot deel van het dorp in puin. Er lagen dood vee en dode mensen in de straten, er was geen licht en gas. Dat moest eerst op orde zijn, voordat er een nieuwe boot zou vertrekken.

Toen het dorp weer enigszins op orde was, zijn we terug gegaan en heb ik met twee andere bakkers een schuur gehuurd. In de schuur stond nog een oven die we hebben laten restaureren, zodat we brood konden bakken. Van de burgemeester mochten we de stellingen van de Grebbenberg gebruiken wanneer we hout nodig hadden, bijvoorbeeld om de oven op te stoken. De opbrengsten van de nieuwe bakkerij waren te laag om een nieuw huis van te bouwen, dus kreeg ik in 1940 van het noodfonds een bakkerij in Zuid-Scharwoude toegewezen, waardoor ik weer dichtbij mijn ouderlijk huis woonde.

Naarmate de oorlog duurde werden de grondstoffen schaarser. Het graan werd gemalen met bruine bonen en groene erwten en op het laatst waren er ook geen kolen meer om te stoken. Gelukkig was ik bevriend met bakker Van der Zelt, wiens vader boswachter in Schoorl was. Met een dekschuit zijn we al kloetend naar Schoorl gevaren om takken te halen, zodat we onze ovens in ieder geval konden verwarmen. Met een handkar trokken we dan de bossen in net zolang tot we de dekschuit volgeladen hadden.

Zoals in heel Nederland werd ook bij ons gewerkt met voedselbonnen. Voor acht bonnen konden mensen een brood bij mij kopen. Wanneer ik 360 bonnen had ontvangen, wisselde ik deze in bij het distributiekantoor, zodat ik één toewijzing kreeg. Met die toewijzing kon ik een zak meel kopen om nieuw brood mee te maken.

Omdat in Langedijk veel tuinders en bakkers waren, was er veel eten en was het dus interessant om onderduikers onder te brengen. Ook ik werd gevraagd een onderduiker onderdak te bieden. Cor Kok uit Bovenkarspel van 18 jaar. Uit angst voor tewerkstelling in Duitsland is hij van 1943 tot en met 1946 bij mij gebleven. Dat was niet altijd eenvoudig, want de Duitsers hielden regelmatig razzia’s. Normaal gesproken hoorden we via via tijdig dat er een razzia op handen was. Dan namen we de onderduikers mee op de schuit en gingen we al kloetend naar Heerhugowaard-Noord. De Duitsers wisten niet hoe zij moesten kloeten, dus konden ze ons niet achterna komen. De oudere mensen hielden dan een oogje in het zeil en waarschuwde ons als de kust weer veilig was. Eén keer konden we niet op tijd wegkomen. Toen hebben Cor en ik ons verstopt achter de oven van de bakkerij. Gelukkig hebben ze ons niet gevonden.

Na de oorlog heb ik mijn bakkerij vaarwel gezegd. Er waren al te veel bakkers en kruideniers, dus ben ik met schepijs begonnen. Dat liep beter dan de bakkerij en je had ’s avonds ten minste gelijk je geld binnen.

Cornelis Boots, geboren in 1916

Geplaatst door: De heer Boots