Oorlogsgetuige

De heer Vreugdenhil

‘Ik heb vier jaar lang bruine bonen gegeten…’

De heer Vreugdenhil,

Woonde in Rotterdam toen hij aan het eind van de oorlog naar de boerderij van zijn grootvader verhuisde in Hazerswoude. Als ‘stadse jongen’ had hij geen enkele ervaring met het boeren leven. ‘Daar kon ik onderduiken. Mijn grootvader had een knecht maar die nam ontslag. Toen zij mijn grootvader, ‘dan moet jij de koeien maar melken’ maar ik had nog nooit een koe gezien. Ik ben het gaan leren en had het snel onder de knie en ben maar boerenjongen geworden.’

In november kwam er een vordering dat de suikerbieten die op het erf lagen in beslag genomen werden en moesten vervoerd worden naar Rotterdam. ‘Ik moest toen als een stadsjongen met een disselwagen die suikerbieten naar de boot brengen. Ik had nog nooit een Paard gezien laat staan met een disselwagen gereden. Boven het gebied patrouilleerde Engelse vliegtuigen en als ze iets zagen wat ze verdacht vonden dan doken ze naar beneden om te kijken wat je vervoerde. Ik sprong dan van de wagen af en verstopte me in de sloot maar het is gelukkig altijd goed gegaan’.

Voor d oorlog begon verhuurde de grootvader van Vreugdil volkstuinen maar toen de oorlog begon hield hij deze voor zichzelf. ‘ De tuinen stonden vol met bruine bonen en ik heb vier jaar lang alleen maar bruine bonen gegeten. Er was nog wel ander eten maar het was wel ons hoofdmaal.’

Zijn andere grootvader had ook een boerderij in Berkel waar Vreugdil ook een tijdje gezeten heeft. ‘Ik was toen zevenentwintig toen in 11 november zijn de Duitsers razzia’s begonnen te houden. Toen om acht uur ’s avonds het buurmeisje kwam en zei, ‘Maak dat je weg kom want ze zijn bezig alle mannen op te pakken’ Honderd meter verder hebben ze de weg afgezet en ze hebben het hele dorp leeggehaald en ik viel er net buiten…’

Geplaatst door: Robin Stevense