Oorlogsgetuige
Hr A.A. Dekkers
Mijn vader [Ad dekkers] werd in 1943/44 wegens lichte verzetsdaden door de duitsers gearresteerd en gevangen gezet in de toenmalige gevangenis aan de weteringschans. NA geruime tijd werd hij door de duitsers aangesteld als “SCHREIBER” [administrateur] in de z.g. “SCHREIB-STUBE” [administratiekantoor] van de gevangenis. Als schreiber heeft hij, na enige tijd, het vertrouwen gewonnen van de duitsers / oostenrijkse gevangenis commandant met als gevolg dat zijn celdeur ‘s-nachts niet meer afgesloten werd aangezien er ook ‘s-nachts, bij binnenbrengen van “nieuwe” gevangenen administratief werk moest worden uitgevoerd [“ordnung muss sein”].
Indien het, door andere tewerkgestelde “goede” nederlanders, lukte het vertrouwen van de nieuwe gevangenen te winnen werd aan hun gevraagd wie er z.s.m. gewaarschuwd diende te worden, teneinde verdere arrestaties te voorkomen [-> z.s.m. onderduiken]. de lijst met te waarschuwen namen, adressen en eventuele telefoonnummers werd door mijn vader in een officiĆ«le aan “RAuter – SD dienststelle – den haag” geadresseerde en dichtgeplakte dienst
enveloppe prominent op de schoorsteenmantel in de schreibstube neergezet. Zodra de oostenrijkse commandant in de schreibstube kwam onstak mijn vader in, gespeelde, ergernis. Op de vraag van de Cdt wat er aan de hand was zie mijn vader dat de “goede” nederlandse bewaker O.A. de Hr hansen gisterenmiddag vergeten was de [belangrijke] brief aan “rauter” te posten. De Cdt ontstak dan in echte woede, beende de schreibstube uit en brulde in het midden ONDER de koepel luidkeels “Hansen sofort herkommen”. De hr hansen die, net als andere “goede” NL bewakers. het spelletje meespeelde kwam dan hardlopend de schreibstube binnen. kreeg van de Cdt op z’n donder en werd direct naar buiten gestuurd om de desbetreffende brief te gaan posten. Buiten werd een telefooncel gezocht, de brief geopend, en werd menigeen gewaarschuwd te “verdwijnen” voordat door harde verhoormethoden de nieuwe
gevangene zou doorslaan en namen zou GAAN noemen. [dE BETROKKENE WIST INMIDDELS DAT HIJ OP EEN GEGEVEN MOMENT NAMEN KON EN MOCHT GAAN NOEMEN; ZE WAREN INMIDDELS “VERDWENEN”]. Een tweede verzetsdaad bestond uit het met potlood aanbrengen van code tekens op de waskaarten. Familieleden van gevangenen moesten 1x per week de vuile was ophalen en schone was brengen. De hierbij tewerkgestelde “goede” NL gevangenen
konden, door de potlood code tekens, de familie informeren omtrent de “Status”
van hun familielid b.v. wordt overgeplaatst naar een andere gevangenis, of wordt op transport gesteld naar een duits concentratiekamp, of !! wordt dan en dan gefusilleerd !!. Ook werd er door mij vader geknoeid in de ondervraGING- EN STRAF- DOSSIERS TENEINDE DE STRAFMAAT LAGER TE KRIJGEN.