Oorlogsgetuige

Marina Elmendorp

Leeftijd aan het begin van de oorlog: 76

Woonplaats: Feijenoord, Rotterdam, Nederland

Ik Ben marina en woonde in een souterrain huis, achter een slagerij in de Rotterdam Zuid. Mijn verhaal gaat over Het laatste oorlogsjaar. Na dolle dinsdag toen Nederland onder de Maas bevrijdt was, werd het Duits regime heel erg streng. Spertijd, er was niet meer, geen gas of licht, soms maar enkele uren water. Wij woonden met de hele familie in een kamertje, omdat daar een potkacheltje brandde., daar kookte je water en stond een pannetje op met suikerbieten. Alle scholen waren gesloten, De duitsers hielden razia’s alle mannen tot 40 werden in colonne naar het stadion gebracht en daar op transport naar Duistland gezet. Met min vader stond ik voor de deur naar al die mannen te kijken die zich rustig lieten wegleiden door een handje vol soldaten. Ook zag ik mijn ooms, ze durfden niet uit de rij te komen. Toen kwam er een officier, zag mijn vader en zie meekomen. Mijn vader antwoordde; “ik ben al 40 geweest” “Niets mee te Maken”
Hij ging mee en werd daar in een veewagen gestopt, waar hij 2 dagen in stond. Liggen of zitten kon niet en zonder weten of drinken. In duitsland moesten ze werken loopgraven maken en sliepen ’s nacht in een school. Het lukte mijn vader te ontsnappen. Dook onder bij een duitse boer, die meer mensen hielp o.a. polen. Later liep jij via enschede naar Rotterdam. In rotterdam was haast geen eten, ook niet voor de duitsers. In Ysselmonde stond een muur je mocht zo de stad uit. Maar bij binnenkomst werd je gefouilleerd en eten werd in beslag genomen. Mijn vader ging vaak vissen, maar hij vind nooit was. De vis die hij vind ruilde hij met eeen boer. Hij droeg altijd een plusfour of pietenbroek. In de plooien verstopte hij een ei en die werden nooti gevonden. Hij zie altijd ze willen niet bijten geen goed aas. Thuisgekomen begon hij altijd te kukkelen als een kip en mijn vader legde dan een ei.
NSB-ers met soldaten vielen ook winkels binnen vooral bij vrouwen alleen om alles wat ze konden vinden in beslag te nemen. Ook bij ons was zo’n inval, ik weet het nog nog Goed. HOe mijn moeder in bedwang werd gehouden door een geweer in haar zij.
Tegen het voorjaar hoorde we opeens veel vliegtuigen overkomen. We gingen bij de buren op het dak staan. Er kwamen parachuten naar beneden met blikken scheepsbeschuit, honing en witte broden uit Zweden. De blokken honing was het lekkerste wat we ooit geproefd hadden. In die tijd liepen er veel mensen met dikke oedeem buiken, die dezen dicht te goed aan het brood. Helaas konden hun darmen het niet aan en veel mensen vielen op straat dood meer.

Op 4 mei werden mensen die op straat liepen zonder pardon neergeschoten. Toen kwam de bevrijding. Soldaten op auto’s door de straat. Met mijn vader zat ik op een amfibievoertuig die zomaar de maas in reed. Ik kreeg chocolade, ik droeg een jurkje van parachutestof. Dagenlang was het feest. Toen kwam de regering terug uit engeland. Nederland moest aan het werk. Het land moest opgebouwd worden. Iedereen kreeg 10 gulden, het duitse geld was niet meer geldig. De mensen werkte hele lange tijden, lage salarissen en alles was nog jaren op de bon. De meeste jongeren gingen met 15 werken om een bijdrage te leveren aan hun ouders voor het huishoudgeld.

Geplaatst door: Marina