Oorlogsgetuige
Provincieverhaal Zeeland
Zeeland capituleert op 17 mei 1940 voor de Duitsers ten gevolge van een verwoestende brand. Deze ontstaat na een bombardement dat de binnenstad van Middelburg, inclusief het stadhuis en de Abdij, grotendeels in de as legt. Vier jaar later zijn met name Zeeuws-Vlaanderen en Walcheren opnieuw strijdtoneel bij de bevrijding, met de operaties Switchback, No Name en Infatuate I en II. De dijken worden gebombardeerd en Walcheren loopt onder water. De geallieerden landen bij Westkapelle en Vlissingen. Ook op de Sloedam wordt zwaar gevochten. Op 6 november 1944 is Walcheren bevrijd en de waterweg over de Schelde naar Antwerpen open. Het ruimen van mijnen zal dan nog geruime tijd duren. Eind 1945 zijn alle dijkgaten gedicht en wordt met herstel van het overstroomde eiland begonnen.
Hitler zou Neerlands neutraliteit nooit schenden. Voor de Vlissingse bevolking werd deze illusie wreed verstoord, toen in de vroege morgen van vrijdag 10 mei 1940, Duitse Heinckels het vliegveld bombardeerden. Het was oorlog. En het zou niet bij dit ene bombardement blijven.Twee dagen later kwam de volgende aanval. Enkele dagen later liet burgemeester Van Woeldereren een proclamatie uitgaan waarbij de bevolking werd aangeraden Vlissingen zo snel mogelijk te verlaten. Duizenden mensen vluchtten – alles achterlatend – naar Middelburg, Koudekerke en andere Walcherse dorpen. Middelburg bleek als vluchtplaats niet zo’n goede keus want een week na de eerste aanval op Vlissingen werd de Middelburgse binnenstad door de Duitse Luftwaffe volledig in puin geschoten. Franse troepen hadden bij de Sloedam nog pogingen gedaan de Duitse Wehrmacht tegen te houden. De dag daarop zagen de Vlissingers de eerste Duitse soldaten in hun straten. Omdat het enige tijd relatief rustig was liet de burgemeester 14 dagen later bekendmaken dat de inwoners konden terugkeren. Maar al spoedig kreeg Vlissingen weer te maken met bombardementen. Ditmaal door de Britse Royal Air Force, die in september en oktober 1940 zware bombardementen uitvoerde op zowel het havengebied als de binnenstad. Tijdens de gehele oorlogsperiode zou Vlissingen door de RAF bestookt worden.
Ernstig voedselgebrek heeft de bevolking niet gehad. Wel werden distributiebonnen verstrekt om de schaarse voorraad voedsel en kleding zo goed mogelijk onder de bevolking te verdelen. Toen in juni 1944 berichten doorsijpelden dat geallieerden troepen in Frankrijk waren geland, dacht men dat de bevrijding niet lang op zich zou laten wachten. Maar in het begin van oktober 1944 moesten weer vele gezinnen huis en haard verlaten als gevolg van de dijkdoorbraken. Tussen 3 en 24 oktober bombardeerden de Geallieerden de Walcherse dijken bij Westkapelle, Vlissingen, Ritthem en Veere, waardoor het eiland en ook grote woongedeelten van Vlissingen onder water kwamen te staan. In de vroege ochtend van de 1e november 1944 was het dan eindelijk zover. De operatie Infatuate I ging van start. Vanuit Breskens vertrokken ca. 500 commando’s in hun landingsvaartuigen. Bij het ‘modderhaventje’ naast de Oranjemolen gingen zij aan land. De strijd zou zes uur duren, waarbij 50 Duitsers en 18 Schotse commando’s sneuvelden. Toen was Vlissingen bevrijd.