Oorlogsgetuige
Riekie Borsboom
Mijn moeder rende als 12 jarig meisje door het Rotterdamse park, zwaaiend naar de laag overkomende vliegtuigen. Het besef wat oorlog betekende kwam pas daarna. Angst voor de bezetter, honger, angst voor de V-1, maar toch liever in bed blijven bij luchtalarm dan steeds weer onder de trap te kruipen. Ondergoed van seinvlaggen en legerkistjes waar de spijkers van de zolen haar voeten deden bloeden. Alles in huis ging als brandstop in de kachel, zelfs haar pop. En wat eetbaar was, werd gegeten. Van aardappelschillen, stekelbaarsjes, gaarkeukeneten waarvoor uren in de rij moest worden gewacht.Toch een tijd waar zij blij voor is het te hebben meegemaakt. Omdat mensen met weinig tezamen deelden wat er was en voor elkaar zorgden. Mijn moeder heeft een enorm geheugen en heeft ons kinderen er veel van verteld. Toch geen wrok tegen Duitsers. Voor de NSB had men vaak meer angst, zeker als die met razia’s hun uiterste best deden jonge mannen te zoeken voor de Arbeids Einzets. De bevrijding kwam net op tijd, ’s ochtends duurde het een half uur om van liggend in bed overeind te komen bij gebrek aan eten. De mentaliteit van de havenstad heeft toen en ook later haar geholpen in moeilijke tijden door te blijven gaan. Ook nu nog is zij van nature een vrolijke vrouw met oog voor de medemens. Strijdbaar tegen onrecht. Ik ben ontzettend trots op haar.