Oorlogsgetuige
Ton OPMEER
hIERONDER HET VERHAAL WAT DHR OPMEER HEEFT GESCHREVEN AAN MIJ EN DE OUD ROTTERDAMMER.
Dit wat ik meemaakte op mijn 8 jarige leeftijd en nog steeds voor ogen zie en waar weinig over geschreven is dat is het bombardement op de vlootbasis Waalhaven op vrijdag 29 Dec. 1944.Er lag ijs op het Spui achter de Zuidhoek,daar wilde ik naar toe met m’n vriendjes maar mijn moeder vond dat ik even wat schuim ( ipv.slagroom dat was er in die tijd niet) moest halen bij de ijszaak van dhr.Duisken op de hoek van de Bakkerstraat tov. de van Doorn speculaasfabriek.Terwijl ik op mijn beurt stond te wachten kwamen er grote vliegtuigen over en lieten bommen vallen op de vlootbasis dat was op een afstand van 150 mtr.,ik zei tegen een mevrouw die naast mij stond daar vallen bommen,waarop zij mij een klap in het gezicht gaf met de woorden DAT IS NIET WAAR .Alle aanwezigen van de ijssalon gingen de trap af naar de kelder behalve ik,ik was namelijk buitenwesten geraakt.De heer Duisken heeft met zijn dochter mij toch naar de kelder kunnen brengen net voor dat de muur in de winkel omviel.Ik was inmiddels bij mijn positieven gekomen tot er weer een grote explosie volgde en ik wederom buitenkennis raakte,ik kwam weer bij mijn positieven op de aanrecht van onze buren de Fam.Gerritsen wonende Zuidhoek 284,ikzelf woonde met mijn ouders op nr.282. Eenmaal opgefrist ging ik buiten kijken en zag vele Duitse militairen op sleperswagens zowel gewonden als doden vervoerd worden,deze sleperswagens waren gevorderd bij de fa.Henk en Gerrit Lagendijk gevestigd in de Zuidhoek.Ons huis had ook schade opgelopen,niet ernstig maar toch zo dat mijn ouders besloten voorlopig bij mijn grootvader te gaan wonen.Dit verhaal heb ik ook geschreven voor de oudrotterdammer,wat dus geplaatst is op 9 januari 2007.Hierop kreeg ik een brief van mijn reddende engel de dochter van dhr.Duisken op 20 januari 2007 waarin zij precies hetzelfde vertelde als mijn boven vermeld verhaal.